Arbeidsrechten

Internationale arbeidsnormen

De Internationale arbeidsorganisatie werd in 1919 opgericht als onderdeel van het Vredesverdrag van Versailles. Ze is een organisatie van de VN en zetelt in Genève. De IAO heeft een unieke drieledige (tripartiete) structuur: in al haar organen zijn zowel regeringen, werkgevers- en werknemersorganisaties evenwaardig vertegenwoordigd.

De hoofdtaak van de IAO is het opstellen van conventies, die minimale normen inzake basisarbeidsrechten en andere belangrijke arbeidsregelingen voorschrijven. Naast de conventies formuleert de IAO ook niet-bindende aanbevelingen over het hele spectrum van de arbeidsproblematiek. De conventies van de IAO zijn wettelijk bindende overeenkomsten, die geratficieerd en geïmplementeerd moeten worden door de lidstaten van de IAO. In 1998 nam de Arbeidsconferentie de belangrijke 'IAO Verklaring over de Fundamentele Principes en Rechten op het Werk' aan. Die stelt dat vier belangrijke arbeidsrechten zo fundamenteel zijn dat alle lidstaten - of ze de 7 afzonderlijke conventies daarover al of niet hebben geratificeerd - de plicht hebben om die toe te passen. Het gaat om: 

  1. Recht op organisatie en collectief onderhandelen (Nrs 87 en 98)
  2. Afschaffing van dwangarbeid en verplichte arbeid (Nrs 29 en 105)
  3. Afschaffing van kinderarbeid (Nr. 138)
  4. Afschaffing van discriminatie op basis van geslacht, ras, godsdienst, huidskleur, ... (Nrs 100 en 111).

De lidstaten van de IAO moeten de conventies vertalen in nationale wetgeving, de implementatie ervan controleren en overtredingen beboeten. De lidstaten rapporteren op geregelde tijdstippen over de maatregelen die ze nemen om deze conventies te implementeren. De nationale vakbonden spelen een essentiële rol om te getuigen of de arbeidswetgeving ook effectief nageleefd wordt.

Controlemechanismen

Om na te gaan of de lidstaten hun verplichtingen nakomen, is er een tweeledig controlesysteem. De lidstaten moeten regelmatig rapporteren over hoe ze de geratificeerde conventies toepassen. Anderzijds beoordelen 20 onafhankelijke experts de regeringsrapporten en doen daarvoor een beroep op diverse informatiebronnen (opmerkingen van sociale partners, officiële documenten uit het betreffende land, gerechtszaken, CAO's, gegevens van de Onderzoekscommissie, enz.. .). Dit rapport wordt vervolgens besproken in een tripartiet conferentiecomité, voorgelegd aan de betrokken regering, en dan behandeld in de plenaire conferentie. Eenmaal aangenomen wordt het rapport naar de betrokken regering gestuurd.

Klachtenmechanismen

Binnen de IAO zijn er twee soorten klachtenmechanismen: werkgevers- en werknemersorganisaties kunnen protest indienen; en lidstaten of afgevaardigden op de Arbeidsconferentie kunnen een klacht indienen.

 

staking_in_de_kledingindustrie_2.jpg

skc01