Het zijn de lidstaten die er voor moeten zorgen dat de internationale arbeidsnormen op hun grondgebied omgezet worden in nationale wetgeving en ook effectief toegepast worden. Multinationale Ondernemingen (MNO’s) slagen er echter vaak in om te ontsnappen aan de nationale arbeidswetgeving. Vanwege het belang van de kledingsector voor de economie van hun land werken overheden maar al te graag alle mogelijke belemmeringen weg.
Zo worden bijvoorbeeld té lage wettelijke minimumlonen vastgelegd, wordt de inspectie van de veiligheid van de gebouwen niet ernstig aangepakt of wordt zelfs de werking van vakbonden ingeperkt of tegengewerkt. Ook de werkgevers proberen vakbonden en hun werking te hinderen (knokploegen, ‘gele bonden’, rechtszaken, ...). Overheden zorgen er onvoldoende voor dat vakbonden hun werk kunnen doen, zo worden ze niet altijd betrokken in het overleg tussen werkgevers en overheden, of wordt het oprichten van onafhankelijke vakbonden door allerlei wetgeving onmogelijk gemaakt. Lokale vakbonden zijn nochtans cruciaal om het respect voor de arbeidsrechten af te dwingen.