Het wettelijk minimumloon bedraagt in Cambodja 100 USD of 74 euro per maand, terwijl op basis van objectief studiewerk blijkt dat de minimumlonen moeten stijgen van 90 USD naar een bedrag tussen 157 en 177 USD. Op basis daarvan eisen de vakbonden een minimumloon van 160 USD. Het leefbaar loon dat Asia Floor Wage berekende ligt op 285,83 euro per maand. Dat betekent dat het minimumloon slechts ca 25% bedraagt van een leefbaar loon.
In augustus 2013 benoemde de regering een werkgroep voor de berekening van de maandelijkse kosten van het levensonderhoud voor de kleding- en schoenarbeiders. In december worden die bepaald op US$ 157,25. Op 24 december 2013 beslist het Regeringsadviescomité voor Arbeid dat het minimumloon tot US$ 95/maand verhoogd moet worden. Onmiddellijk breken stakingen over het hele land uit. Op 31 december beslist de Minister van Arbeid het minimumloon te verhogen tot US$ 100/maand. Op 2 en 3 januari 2014 worden de stakingen brutaal onderdrukt: leger en politie schieten met scherp, er vallen 4 doden en zowat 40 gewonden, 23 actievoerders worden opgepakt.
Wereldwijd protest
Op 7 januari stuurden 7 kledingmerken een open brief naar de Cambodjaanse regering om hun bezorgdheid te uiten over het recente geweld in de kledingindustrie. Op 9 januari lanceren vakbonden en arbeidsorganisaties (SKC, ILRF, WRC, USAS,...) een oproep tot de mondiale kledingmerken om hun invloed aan te wenden in Cambodja om het geweld tegen de stakers te beëindigen, de gevangen deelnemers aan de staking vrij te laten, opnieuw in vertrouwen te onderhandelen over het minimumloon en wie geweld gebruikte tegen de stakers te vervolgen.
Al verschillende jaren wordt in Cambodjaanse kledingindustrie gestreden voor menswaardige lonen. In september 2010 waren er 200.000 stakers die een minimumloon eisten van US$ 93 i.p.v. US$ 51/54 per maand. Na één dag werd die staking door werkgevers en politie al met geweld bestreden en werden zo'n 817 vakbondsleiders en -leden ontslagen en voor de rechter gedaagd. In november van dat jaar werd vakbondsleider Sous Chantha gearresteerd: hij had zich met de vakbondsleden in zijn fabriek aangesloten bij de actie van C.CAWDU voor een hoger minimumloon. Er werden zogenaamd drugs op zijn motorfiets gevonden. Begin januari 2011 werden een vijfhonderdtal ontslagenen terug in dienst genomen, maar zonder achterstallig loon en zonder dat de gerechtelijke klachten werden ingetrokken. In april 2011 bleven nog 141 leden ontslagen. Toen al deed de Schone Kleren Campagne een solidariteitsoproep tot Inditex (Zara), Gap en H&M, kledingmerken die zich bevoorraden in Cambodja, om er bij de kledingwerkgevers en de regering op aan te dringen te ontslagen teniet te doen, de schadeclaims te laten vallen en de onderhandelingen over het wettelijk minimumloon opnieuw op te starten.