Het is intussen vier jaar geleden dat het Rana Plaza gebouw in Bangladesh instortte en het leven kostte aan 1.138 werknemers. De verontwaardiging was enorm en er volgden heel wat initiatieven om de werkomstandigheden te verbeteren. Mooi, maar vaak te vrijblijvend. Daarom stemde het Europees Parlement op 27 april voor verplichte transparantie binnen de kledingindustrie. De organisaties van de Schone Kleren Campagne roepen met meer dan 60 andere organisaties de Europese Commissie in een open brief op om het rapport van het Europees Parlement serieus te nemen.
“Rana Plaza is geen tragedie, maar een misdaad”, zei Europarlementslid Lola Sanchez, rapporteur van het initiatief. De doden van 24 april 2013 waren een echte wake-up call. Er volgde een golf van verontwaardiging en één ding werd meteen pijnlijk duidelijk: Het bleek quasi onmogelijk in kaart te brengen voor welke merken de werknemers van Rana Plaza produceerden. Wie was dus verantwoordelijk voor al die doden? Naarmate de restanten van labels van onder het puin werden gehaald, liepen de kledingmerken elkaar voor de voeten met verklaringen en engagementen allerhande.
Vrijwillige initiatieven?
Vier jaar verder zijn we nu. Er zijn belangrijke stappen gezet, zoals het bindende Bangladesh Akkoord tussen bedrijven en vakbonden, om de veiligheid in de fabrieken te verbeteren. Sommige kledingmerken engageerden zich op vrijwillige basis om inzage te geven in de eigen productieketen en zo te werken aan betere werkomstandigheden. De werkomstandigheden in de fabrieken van Bangladesh of Nicaragua blijven echter problematisch. Veel internationale kledingmerken en distributeurs weigeren namelijk om open kaart te spelen en verantwoordelijkheid op te nemen voor de werknemers in de vele fabrieken. En net daarom zijn vrijwillige initiatieven onvoldoende.
Om de arbeidsrechten in de kledingindustrie écht te verbeteren, is verplichte transparantie over de hele keten een cruciale eerste stap. Pas als merken openbaar maken waar en onder welke omstandigheden er geproduceerd wordt, kan er echt iets veranderen. Als grootste ‘consument’ van kleding heeft de Europese Unie de morele plicht om hierin een voortrekkersrol te spelen.
Parlement geeft signaal
Met het ‘EU Report on the Flagship Initiative on Garment’ dat gisteren werd gestemd, stuurt het Europees Parlement een sterk signaal naar de Europese Commissie. Concreet roept het parlement de Commissie op om een wettelijk kader te creëren dat bedrijven verplicht tot transparantie. Dat moet gebeuren door op regelmatige basis namen, adressen en contactgegevens van alle schakels binnen de keten openbaar maken. Ook vraagt het Europees Parlement een 'due diligence' verplichting. Dit betekent dat kledingbedrijven verplicht de risico's op mensenrechtenschendingen in hun toeleveringsketen moeten indentificeren, aanpakken en feitelijke schendingen moeten rechtzetten.
Nu is het aan de Europese Commissie om haar verantwoordelijkheid te nemen. De organisaties van de Schone Kleren Campagne roepen met meer dan 60 andere organisaties de Europese Commissie in een open brief op om het rapport van het Europees Parlement serieus te nemen en werk te maken van bindende maatregelen die transparantie binnen de kledingsector moeten garanderen.