55 euro per maand. Dat is al bijna 5 jaar het minimumloon voor kledingarbeiders in Bangladesh. Op 13 september besliste de regering van Bangladesh om dat loon te verhogen tot 8000 Taka, of 83 euro per maand. Dat lijkt een fikse loonsverhoging, maar is het niet. Kledingarbeiders komen hiermee absoluut niet rond. De Bengaalse vakbonden vragen een minimumloon van 16.000 taka of 165 euro. Steun hun eis en vraag kledingmerken hetzelfde te doen! #WeDemandTk16000
1 kledingstuk op 10 is gemaakt in Bangladesh. Het is het tweede grootste productieland van kleding ter wereld. Niet te verwonderen: de lonen in de sector zijn er extreem laag, ook in vergelijking met de buurlanden. Arbeiders die actief zijn in andere sectoren in Bangladesh verdienen twee tot drie keer meer. Om hun loon op te krikken, werken kledingarbeiders zo veel mogelijk overuren.
‘Elke ochtend sta ik op om 6 uur en begin ik te werken om 8 uur. Soms kan ik stoppen om 19 uur, maar meestal maak ik overuren, vaak tot 22 uur ’s avonds,’ zegt Murgina, die bij H&M-fabriek Pimkie Apparels Ltd. werkt. H&M zelf geeft de fabriek een gouden score, de op een na hoogste ranking op hun transparante lijst met leveranciers. ‘Elke maand verdien ik 7000 taka, ofwel 72 euro. Als ik lang overwerk, kan ik tot 30 euro per maand extra verdienen. Ik ben de enige kostwinner. Mijn man werkte ook in de kledingindustrie. Hij is zijn job kwijtgeraakt toen zijn fabriek werd gesloten. We hebben een zoontje van 3 waar we voor moeten zorgen. Maar hoe kunnen we dat doen? De huur en elektriciteit alleen al kosten 40 euro per maand. We leven nochtans in een kleine kamer in de slums. Een bed en een kookvuur, meer hebben we niet. Ik vrees dat ik hem binnenkort zal moeten wegsturen naar mijn moeder.’
Verschillende internationale organisaties hebben berekend hoeveel een leefbaar loon in Bangladesh zou moeten bedragen. 16.000 taka komt overeen met hun laagste schattingen. De regering in Bangladesh bepaalt het minimumloon, maar dat doen ze met de hete adem van de kledingmerken in hun nek. Die dragen dan ook een verpletterende verantwoordelijkheid: zolang zij niet meer willen betalen voor de kleding die ze inkopen, is het weinig waarschijnlijk dat de lonen omhoog gaan. Tot nu toe was Inditex (Zara, Bershka, Pull&Bear, Massimo Dutti) de enige die de eis van de vakbonden publiek steunde (zonder een precies bedrag te noemen). Daarom vraagt de Schone Kleren Campagne aan de grote internationale ketens H&M, Primark, C&A, Carrefour, Gap en Marks&Spencer om publiekelijk de looneis van de vakbonden te ondersteunen, te garanderen dat ze hun aankoopbeleid aanpassen om hogere lonen mogelijk te maken en om in Bangladesh te blijven investeren.
Steun onze actie online! Post volgende berichten op de Facebookpagina's van C&A, H&M en Primark of op Twitter:
Kledingarbeiders in #Bangladesh verdienen nog altijd niet genoeg om te overleven. C&A, neem je verantwoordelijkheid en steun publiek hun looneis van 165 euro per maand #WeDemandTk16000 #LivingWageNow
Kledingarbeiders in #Bangladesh verdienen nog altijd niet genoeg om te overleven. Ze eisen een loon van minstens 165 euro. @H&M, jullie beloofden om de strijd voor een hoger minimumloon in productielanden te steunen. Hou je belofte! #HM #TurnAroundHM #WeDemandTk16000 #LivingWageNow
Kledingarbeiders in #Bangladesh verdienen nog altijd niet genoeg om te overleven. @Primark, neem je verantwoordelijkheid en steun publiek hun looneis van 165 euro per maand #WeDemandTk16000 #LivingWageNow
Tekst: Sarah Van Doorne